Afghaanse windhond

De Afghaanse Windhond maakt een rustige, gereserveerde indruk en is ook introvert van aard. Wat dat betreft verschilt hij dag en nacht van welk ander hondenras ook. Houd rekening met zijn karakter en achtergrond als zelfstandig opererende jachthond, en behandel hem met respect en zachtheid. Praktische zaken met betrekking tot de Afghaanse Windhond zijn de vachtverzorging, die aanzienlijk is, en de lichaamsbeweging die hij vereist. Als jong dier moet hij die goed gedoseerd krijgen, wat inhoudt dat hij nooit oververmoeid mag geraken. De volwassen Afghaan zoekt compensatie als hij zijn benen niet geregeld kan strekken en dit kan in huis behoorlijk lastig zijn.

Afkomst:
De Afghaanse Windhond is één van de oudste hondenrassen en waarschijnlijk ontstaan door kruising van in Afghanistan ingevoerde Saluki’s met langharige, Afghaanse berghonden. De jacht op bergherten, kleine roofdieren en zelfs antilopen en hazen , meestal in paren en vaak met de valk was zijn voornaamste werk.
In Afghanistan kwamen oorspronkelijk twee afzonderlijke rassen voor de berg-Afghaan en de vlakte-Afghaan, met overgangstypen daartussen. In het westen heeft men er één ras van gemaakt. De Afghaanse Windhond werd in Europa wel al eerder in geschriften genoemd, maar pas omstreeks 1880 kwam een enkel exemplaar in Groot-Brittannië terecht. Van de weinige die volgden, trok in 1907 de reu Zardin op de tentoonstelling van de kennel club in Londen de aandacht.
Hij was een stoere, sterke hond, met krachtig hoofd en machtige kaken, wiens lichaam snelheid toonde en in de opvallend grote en voor ook naar evenredigheid brede voeten tegelijk de mogelijkheid plotseling stil te staan of te wenden een typische berg-Windhond. Na de eerste wereldoorlog kwam eerst de stam van Bell Murray. Daarna die van Ghazni.
Sirdar of Ghazni is geroemd om zijn gelijkenis met Zardin , maar hij was kleiner en tengerder.
De uiterlijke kenmerken:
De schedel is lang niet te smal met geprononceerde achterhoofdsknobbel. Goed in balans en bedekt met een lange kuif.
Het lichaam is slank en lang. De lichaamsbouw is evenwichtig.
Het gangwerk/beweging is vloeiend en veerkrachtig en zeer stijlvol.
De Afghaanse Windhond zijn haar is lang en van zeer fijne structuur op ribben, voor en achterhand en flanken. Bij volwassen honden vanaf de schouder naar achteren en op het zadel kort en dicht haar. Lang haar vanaf het voorhoofd naar achteren, met een duidelijke zijdeachtige kuif. Op de snuit kort haar. oren en benen zijn ook goed behaard.
Alle kleuren zijn aanvaardbaar bij de Afghaanse Windhond.

Grootte en gewicht van de Afghaanse Windhond:
schofthoogte: reuen 68-74 cm teven 63-69 cm.
Gewicht: reu rond 27 kg teef rond 23 kg.
Land van herkomst is Groot-Brittannië.
Afghaanse Windhond behoort tot de rasgroep 10.