Akita

Akita

De Akita is een groot formaat hond, robuust gebouwd, goed van verhoudingen en met veel substantie. De secundaire geslachtskenmerken zijn sterk aangeduid, met veel adel en waardigheid in bescheidenheid, deze heeft een sterk gestel. Het temperament is bedaard, trouw, volgzaam en ontvankelijk.

Wie een Akita aanschaft, moet zich realiseren dat hij te doen heeft met een grote, sterke hond met een eigen mening. Die consequent moet worden opgevoed. Vanwege zijn dominante karakter valt ongewenst gedrag niet te tolereren en is het volgen van een hondencursus aan te raden. In huis is het verder een betrekkelijk rustige hond die zijn eigen plek zoekt en niet veel bewegingsruimte nodig heeft.

Hij moet echter wel veel naar buiten ook als het regent. De meeste Akita’s zullen tegenover andere honden altijd hun superioriteit willen bewijzen, terwijl door hun aangeboren jachtlust andere dieren ook niet veilig zijn.

Akita

Afkomst:

De Akita vond als middelgrote jachthond zijn oorsprong in het Tohoku-district onder de naam Akita Matagi (jachthond op beren). Tussen 1603 en 1868 werd het ras door de Satake-familie in het Akita-district gefokt om hondengevechten aan te moedigen teneinde het moreel van de landadel in de streek op te vijzelen

Vervolgens werd het ras gekruist met naar alle waarschijnlijkheid een Mastiff en met een Tosa vechthond. Hierdoor nam dus het formaat toe. Maar oorspronkelijke kenmerken van de Akita’s, zoals de staande oren en de krulstaart gingen verloren. In 1908 werden hondengevechten verboden en geleidelijk werd het ras steeds meer een gezelschapshond.

De Akita heeft altijd een vaste plaats ingenomen in de Japanse mythologie. Hij symboliseert het goede en geldt ook tegenwoordig in Japan nog als voorbeeld en symbool van onovertroffen trouw. Afbeeldingen van de Akita worden nog altijd als gelukssymbool cadeau gedaan.

De Akita gebruikt men als jachthond, waak-en verdedigingshond, geleidehond voor blinden, reddingshond, mijnhond en ook als sledenhond. Bovendien is hij een uitstekende zwemmer. Vandaag de dag gebruikt men de Akita in de bossen van Hokkaido nog steeds om zware lasten hout te verplaatsen.

De uiterlijke kenmerken:

De schedel is in verhouding tot het lichaam. Het voorhoofd is breed met duidelijke groef. geen rimpels.

Het lichaam recht, sterk, breed en gespierd.

Het gangwerk/beweging veerkrachtige en sterke bewegingen.

Het haar bij de bovenvacht is hard en recht, de ondervacht zacht en dicht. De schouders en de romp zijn bedekt met iets langer haar, het haar op de staart is langer dan op de rest van het lichaam.

Kleur van de Akita is roodgeel, sesam(roodgele haren met zwarte punten), gestroomd en wit. Alle kleuren behalve wit moeten het Urajiro-patroon vertonen (Urajiro=de witachtige vacht aan weerszijden van de voorsnuit, op de wangen, aan de onderkant van de kaak, nek, borst, lichaam en staart, en aan de binnenzijde van de benen).

Grootte en gewicht van de Akita:

Schofthoogte: Reuen 67 cm. Teven 61 cm.

Gewicht: Reuen 45-49 kg. Teven 32-45 kg.

Land van herkomst is Japan.

Akita behoort tot de rasgroep 5.